Geloof en Wetenschap
Velen denken dat geloof en wetenschap elkaar uitsluiten. Wetenschap is evidence based, gebaseerd op toetsbare feiten, iets waar je zekerheid hebt, terwijl geloof iets van het gevoel is, en van tradities, die hoogstens twijfelachtig zijn; kijk maar naar de grote hoeveelheid met elkaar in strijd zijnde opvattingen over de realiteit die in godsdiensten beschreven en beleden wordt.
Het interessante punt is echter, dat gelovigen vaker hun leven willen geven voor hun geloof, terwijl wetenschappers dat liever niet zouden doen voor hun wetenschappelijke waarheid. Dat betekent dat voor gelovigen datgene waar ze in geloven heel erg, existentieel, belangrijk is. En dat ze daar heel erg zeker van zijn.
Gelovigen denken dus ook dat ze gelijk hebben. Natuurlijk mag, ja moet je daarbij ook in je geloof de waarheidsvraag stellen en naar zekerheid zoeken. Belangrijke vraag is natuurlijk: welk geloof is op welke punten nu meer waar (en dus waard) dan een ander geloof? En hoe kan ik dan tot zekerheid komen?
Duidelijk is dat geloven en wetenschap elkaar niet uitsluiten. Zoals Baronius ooit zei: “Het geloof is er niet voor om te vertellen hoe de hemel in elkaar zit, maar hoe we in de hemel komen.” Integendeel, een wetenschapper neemt ook een aantal axioma’s zonder bewijs aan. Een wetenschapper gaat methodisch te werk om via experimenten en wiskundige beschrijvingen de natuurlijke werkelijkheid te modelleren, causale banden te vinden, en via de techniek te evenaren of te overstijgen. Belangrijk daarbij is, dat de wetenschapper sinds de 17e eeuw vaak bewust en methodisch een reductionistich en abstraherend principe hanteert, waarbij geabstraheerd wordt van een aantal verschijnselen, zoals doelgerichtheid, substantialiteit, en alles wat niet meetbaar en herhaalbaar is.
Een gelovige gaat daarentegen af op het totaal van zijn existentiële, inclusief bovennatuurlijke, ervaringen, en kan daarbij qua ervaring (mede) zijn vertrouwen stellen op iemand die meer ervaring en expertise heeft dan hij of zijzelf, zoals de mystici, en ooggetuigen, zoals de apostelen. Daarop baseert hij of zij een wereldbeeld, dat veel dieper gaat dan de (natuur)wetenschap, omdat het voornamelijk over (de causaliteit van) niet-materiële werkelijkheden gaat, die niet met instrumenten meetbaar zijn (God, ziel, geweten, goedheid, liefde, een leven na de dood).
Iemand die beide processen tot waarheid en zekerheid in hun parallelliteit heel mooi heeft beschreven, is John Henry kardinaal Newman (1801-1890), en wel in zijn Grammar of Assent: zowel de wetenschap als het geloof vindt haar grond-zekerheid niet via redenaties en formele reducties, maar via een intuïtie, een gewetensvol zien.
Natuurlijk heeft de Kerk over deze verhouding van christelijk geloof en natuurwetenschap goed nagedacht. Een van de teksten die hierover gaat is die van de encycliek Fides et ratio (14 sept. 1998). Daarin beschrijft de H. Paus Johannes Paulus II hoe geloof en wetenschap nooit met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Ze gaan alle twee over de werkelijkheid, en die is nooit met ziczelf in strijd.
Een grote plaats wordt daarbij ingeruimd voor de filosofie, als een brug tussen de natuur en de bovennatuur. Ook zij zoekt de oorzaak van verschijnselen, van alle verschijnselen. Voor een wetenschapper is filosofie belangrijk om open te blijven staan voor het geheel van de werkelijkheid. Voor een gelovige is filosofie belangrijk om de waarde van de wetenschap goed te kunnen inschatten.
Een filosofisch raakvlak van geloof en wetenschap is de discussie over Intelligent design, niet te verwarren met het creationisme. De intelligent design (ID) denkers stellen dat er in de wereld enorm veel zeer gecompliceerde structuren en zijnden zijn, die je niet kunt verklaren door de hand van de mens, De kans dat ze door toeval of determinisme zijn ontstaan is uitermate klein. Dus moet er een intelligente oorzaak van zijn. Een bekende Nederlandse filosoof heeft mede bijgedragen aan de ontwikkeling van deze fysico-theologie was Bernard Nieuwentijt (1654-1718). De moderne natuurwetenschap heeft de complexiteit van de wereld zolangzaam aan ook wel tot grote hoogten aangetoond. Kijk maar eens naar het volgende filmpje, dat op een zeer vereenvoudigde wijze één proces in een cel verbeeldt.